De moeizame acceptatie van etnisch-culturele minderheden
Dat er zo weinig diverse personages in kinderboeken zijn, brengt ook gevolgen met zich mee. “Als de hoofdpersoon er altijd heel anders uitziet dan jij, is dat een soort verstoring in het hoofd.”
Verbinding boek en maatschappij
Boeken en maatschappij staan in verbinding, wordt duidelijk in het onderzoek Jeugdliteratuur door de lens van etnisch-culturele diversiteit. Volgens het onderzoek hebben boeken namelijk invloed op hoe we naar onszelf en anderen kijken.
Identiteitsvorming
Boeken hebben een belangrijke impact op de identiteitsvorming. Zij geven mensen een mogelijkheid om na te denken over wie zij zelf zijn. Onderzoeker Sara Van den Bossche: “Mijn theoretische benadering is dat bij het lezen een aantal cognitieve vaardigheden aan bod komen. Eén van de belangrijkste is empathie: het vermogen om je in iemand anders te verplaatsen. Wat het voor mensen van kleur zo moeilijk maakt dat zij weinig of geen personages als zijzelf zien, is dat zij de hele tijd gedwongen worden om in de schoenen van iemand anders te gaan staan.” Daardoor zijn er volgens haar ook weinig lezers die zich proberen in te leven in hoe het leven voor hen is. Dat zorgt voor een onevenwichtigheid.
Mensen van kleur worden steeds gedwongen om in de schoenen van iemand anders te staan
Sara van den Bossche
Deze onbalans betekent ook dat witte lezers makkelijk boeken vinden die weerspiegelen hoe hun leven is. “Zij hoeven niet zo veel moeite te doen om zich telkens in iemand anders te verplaatsen”, aldus Van den Bossche. Als je zelden of nooit mensen zoals jijzelf in boeken ziet, kan je het idee krijgen dat je een uitzondering bent of dat jouw bestaan in de wereld minder belangrijk is.
Ramen en spiegels
Bekende begrippen zijn ‘ramen’ en ‘spiegels’ in kinderboeken. De spiegel betekent dat je jezelf kan herkennen. Kinderboekenauteur Edward van de Vendel: “Ik heb op een basisschool voorgelezen uit Heel heel heel vies boek, waarin een heleboel diverse personages voorkomen. Ik hoop dat kinderen daardoor denken dat dit over hen gaat.” Een goed boek laat volgens hem altijd zien dat jij de hoofdpersoon bent. “Als die altijd heel anders is dan jij eruitziet, is dat een soort verstoring in het hoofd, maar als het iemand is die jij ook zou kunnen zijn, word jij de hoofdpersoon.” Tegelijkertijd is het voor anderen een manier om kennis te maken met bijvoorbeeld een oma met een hoofddoek. Een boek geeft dus ook ‘ramen’. Volgens Van de Vendel krijg je daardoor een blik op de wereld. “Dat is wat literatuur doet: je leert denken met andermans hoofd. Als dat altijd maar hetzelfde hoofd is als dat van jou, heb je er niet zoveel aan.”
Kinderen van ver door Martine Letterie en Saskia Halfmouw
Heel heel heel vies boek door Edward van de Vendel en Floor de Goede.
Dat ‘ramen’ en ‘spiegels’ in kinderboeken belangrijk zijn, ziet ook kinderboekenauteur Martine Letterie. Ze schreef het kinderboek Kinderen van ver, dat gebaseerd is op de verhalen van vluchtelingenkinderen. “Ik was op bezoek in groep acht, waar allemaal kinderen met verschillende achtergronden waren. Daar vertelde ik over mijn nieuwe boek. Een jongen was helemaal enthousiast en reageerde: ‘Dat gaat over mij!’ Hij wilde nog een keer de achterflap van het boek voorlezen. Dat vond ik ontzettend ontroerend.”
​
Door ‘ramen’ in kinderboeken maken lezers volgens het onderzoek kennis met nieuwe perspectieven. Ze geven een andere kijk op de wereld. ‘Dit betekent ook dat ze kunnen helpen om vooroordelen en stereotypes te bestrijden over bijvoorbeeld een bepaalde cultuur. Dezelfde stereotypes en vooroordelen die soms nog in kinderboeken te vinden zijn.’ ‘Uit onderzoek blijkt dat kinderen al op jonge leeftijd deze vooroordelen en stereotypes overnemen. Zij krijgen ze onbewust mee via opvoeding, onderwijs en kinderboeken. Diverse kinderboeken zouden een bijdrage kunnen leveren aan het afbreken en voorkomen hiervan’, betoogt mediawetenschapper en schrijver Reza Kartosen-Wong (2019). Kartosen-Wong stelt ook dat het lezen over personages waarmee kinderen zich wel kunnen identificeren kan bijdragen aan het ontwikkelen van een positief zelfbeeld en eigenwaarde.
​
“Het voelde alsof ik de enige was die zich afvroeg: ‘waar ben ik in het boekenlandschap?’”
De 27-jarige Tessa Diks is opgegroeid met twee culturen: haar moeder is Surinaams-Hindoestaans en haar vader Nederlands. Ze zag zichzelf niet terug in de kinderboeken die ze las en miste de positieve representatie. “Ik werd daar best wel verdrietig van.”
Weinig herkenning
Boeken hebben altijd een grote rol gespeeld in Diks’ leven. Ze is vroeger dan ook veel voorgelezen. “Eén keer per jaar ruim ik mijn boekenkast op en toen kwam ik de kinderboekenserie De kleine Odessa van Peter van Olmen weer tegen. Toen ik de achterflap las, kwam het besef binnen dat de hoofdpersoon ook tussen twee culturen in leeft. Dat was bij mij helemaal niet binnengekomen als kind, omdat er niet echt aandacht werd besteed aan zulke verhalen. Dat vind ik jammer, een beetje een gemiste kans. Mijn boekenkast bestond vooral uit kinderboeken met witte personages.”
​
“Ik vond het vroeger best wel raar dat alle hoofdpersonen eruitzagen zoals mijn klasgenoten, maar niet zoals ik. Ik werd daar best wel verdrietig van”, vertelt Diks. “Ik denk niet dat mijn klasgenoten er heel erg mee bezig waren. Als ik er over begon, keken ze me echt met een schuin oog aan, alsof ze zeiden: ‘waar heb jij het over?’. Het voelde alsof ik de enige was die zich afvroeg: ‘waar ben ik in het boekenlandschap?’ Daardoor voelde ik me wel een beetje alleen en verloren.” Naderhand zag haar vader dat en zijn ze ‘afmaakverhaaltjes’ gaan maken. Hij bedacht een scène en daar mocht ze wat achteraan plakken. Vervolgens plakte hij daar weer wat achteraan. Diks: “We gingen dus onze eigen verhalen maken, omdat ik mezelf niet echt zag.”
“Als er meer kinderboeken waren waarin ik me kon herkennen, denk ik dat het me meer zelfvertrouwen had gegeven en ik ook wat sterker in mijn schoenen zou staan”, zegt Diks. Eerst was ze heel erg zoekende naar representatie. Ze baalde enorm als die er niet was of als personages van kleur op een negatieve of stereotyperende manier neergezet waren. Nu ze ouder is, focust ze op de positieve dingen die er wel zijn.
Ik wil de toekomstige lezers geven wat ik zelf nooit had door te schrijven
Tessa Diks
Hoop voor toekomstige lezers
Uiteindelijk gaf het haar de drijfveer om iets positiefs bij te dragen in het boekenlandschap. “Ik dacht: ‘als het er niet is, dan schrijf ik het zelf wel.’ Ik weet hoe het is om jezelf niet terug te kunnen zien in verhalen als kind en tiener, dus ik wil de toekomstige lezers geven wat ik zelf nooit had door te schrijven.”
Ze is blij dat er de laatste jaren meer diverse personages zijn bijgekomen en we meer schrijvers van kleur hebben, ook van Nederlandse bodem. “Je kan altijd vooruit met diversiteit, maar er zijn wel sprongen gemaakt. Ik heb bijvoorbeeld het kinderboek Liever niet van Zarissa Windzak. Dat gaat over een zwart kindje met kroeshaar, dat naar een verjaardag gaat. Daar wordt ze geacht om iedereen een knuffel of kusje te geven, maar eigenlijk wil ze dat niet. Dat is heel herkenbaar voor mij, want ik was vroeger ook geen knuffel-liefhebber. Als ik bijvoorbeeld dat boek had gehad toen ik klein was, had ik geweten dat ik eigenlijk helemaal geen knuffel hoefde te geven als ik dat niet wilde.”
​
Diks heeft een nichtje genaamd Symran, een Hindoestaanse meisjesnaam. Zij had bijvoorbeeld geen boek met een personage met haar naam. Dat vindt ze jammer. “Mijn neef heeft nu ook een zoontje en ik zou het leuk vinden als hij een boekje heeft met iemand die op hem lijkt of die misschien dezelfde naam heeft. Ik denk dat het echt iets toevoegt aan de algemene ontwikkeling van een kind.” Ze hoopt dat de groei in personages en makers van kleur zich gaat doorzetten. “Er is zo veel aanstormend talent hier en er zijn nog zo veel verhalen te vertellen.”
Benieuwd hoe mensen in de boekenwereld hierover denken? Lees hier het volgende hoofdstuk: